|
Wapen zoals gebruikt door de fam van Aarsen op de klok in de kerk van Jorwerd 1749 |
|
Luidklok Jorwert met naam en wapen van de fam van Aarsen
|
Nog onbevestigd:
Uit nog onbevestigde bron heb ik een uitbreiding van de stamreeks ontvangen. Spijtig genoeg betreft het hier uitsluitend namen met ( vermoedelijke) geboortejaren. Nadere bron voor onderzoek dus.
Sybe Seerps Bonga 1475
Seerp Bonga 1450
Syds Bonga 1425
Taecke Bonga 1380
NB. vanwege het openbare karakter beperkt deze site
zich tot de reeds overleden leden van de familie tot en met de kinderen
van Andries en Hillgje
Na generaties lang in Jorwerd gewoond te hebben en daar als boeren en
bakkers hun brood te hebben verdiend, trok de familie naar Tjerkgaast
onder Sloten. Nadien trok de familie verder naar de
Weststellingwerven om vervolgens via een tussenstop in Gronau (D) in
Overdinkel te belanden. De trek van Weststellingwerf naar Twente werd
veroorzaakt door het feit dat de levensomstandigheden in Zuid Friesland
aan het eind van de 19e eeuw erg slecht werden. De nieuwe
textielindustrie in Westfalen en Twente beloofde een betere toekomst.
Totdat men in de textielindustrie terecht kwam, trok onze familie min of meer in het voetspoor van de verveningen door Friesland. Echter zij waren altijd boeren, bakkers of winkelier ( inlands kramer) totdat men overging op het ambacht van timmerman en metselaar. Ik heb geen beroepsaanduiding aangetroffen waaruit blijkt dat zij daadwerkelijk zelf verveners waren. Wel is er een vervener uit Giethoorn in Weststellingwerf met dezelfde naam. Van een familieband is mij tot heden niets gebleken. Mogelijk heeft de overgang naar het timmermansvak te maken gehad met het huwelijk van Andries Karstes met Hiltje Fabriek, dochter uit een familie van molenbouwers.
Naast hun eigenlijke beroep waren onze voorvaders generaties lang kerkvoogd/Diaken en bijsitter bij het gerecht. Ook de huwelijkspartners kwamen voor een deel uit families met dezelfde achtergrond. In die tijd schijnt men (zoals sommige quotatie kohieren aangeven) welgesteld te zijn met een een somtijds aanzienlijk bezit.
Met
dit Blog zal ik zoveel mogelijk informatie over onze familie trachten
te delen met diegenen die hiervoor belangstelling hebben
Mijn grootvader ( Opa) Andries van Aarsen en grootmoeder (Opoe) Hilligje van Aarsen-Kok vormen hier een soort van vertrekpunt .
|
Jorwert |
Jorwerd
De geschiedenis van onze familie laat zich terug vervolgen tot de Friese plaats Jorwerd ( Jorwert) .
Omstreeks het jaar1520 werd daar Seeerp N (Bonga) geboren. Hij was de oudst te lokaliseren voorvader.
Jorwert speelde in de late Middeleeuwen een belangrijke
rol in de rechtspraak, zowel de kerkelijke als de burgerlijke juridische
zittingen voor de regio werden in Jorwert gehouden. In Jorwert werd in die
periode (omstreeks 1400) het hoofddecanaat gevestigd.
Jorwert maakte in de periode 1636-1916 deel uit van de Grietenij
Baarderadeel, tussen 1916-1983 werd
dit de gemeente Baarderadeel en in 1984 werd Baarderadeel samengevoegd met de
gemeente Hennaarderadeel tot het huidige Littenseradiel. De naam van het
dorpscafé Het Wapen van Baarderadeel verwijst nog naar denaar deze historie
(bron website dorp Jorwert)
Geert Mak.
De naam van Aarsen is eveneens ontstaan in Jorwerd waar de
schipper en koopman Heerke Seerps een bakkerij kocht, gelegen tussen
het kerkhof en de Jaanvaart. Heerke Seerps kocht het van de
erfgenamen van wijlen Goyck Sijmens,weduwe Seerp Pijters, dus broers
en zusters voor 600 car gl.
De in 1662 als “Coopman en
Backer”genoemde Heerke Seerps was gehuwd met Griet Dirks, daarvoor
in1642 met Saskje Jentjes.
Na zijn overlijden in 1665 huwde
echtgenote Griet Dirks in 1669 met Sijmen Ruurds. Laatstgenoemde was
hier bakker tot na 1675. In 1676 kochten stiefzoon Pijter Heerkes en
zijn vrouw Pasquijntje Willems de bakkerij, van zijn broers en
zusters,waaronder Seerps Heerkes ,mr bakker te Winsum.
|
locatie van de voormalige bakkerij th. Maliebaan 2 |
|
locatie van de voormalige bakkerij "tussen kerkhof en Jaanvaart" |
|
Bakker rond 1650 |
Bakker en koopman Pijter Heerkes kocht
in 1692 boerderij nr 20 te Arsum, tegenwoordig “de Pôle” genoemd.
Het betrof
“seeckere stemdragende sate en landen sampt huijsinge,
hoijberg, hovinge en de verdere meijers-gerechtigheden staende en
gelegen tot Jorwert groot nae naem en faem vijfftigh pondemaat”Vanaf
ca 1706 was Heerke Pijters bakker en tegelijk boer Omdat de
boerderij bij de buurtschap Arsum behoorde, ging hij zich Pijter
Heerkes Aarsen noemen.
|
de Pôle 2010 |
|
de eerste boerderij links vanaf Jorwert is de Pôle vroeger |
Wanneer iemand een stapje omhoog deed op de
maatschappelijke ladder, gebeurde het wel meer dat een achternaam
werd gekozen in het geval men die nog niet had.
Door persoonlijke capaciteiten werd
Pijter Heerkes bijzitter of mederechter van Baarderadeel. Samen met
de grietman en een collega-bijzitter vormde Pijter Heerkes Aarsen een
soort rechts-college dat recht sprak in kleine controversieele
gevallen in de grietenij Baarderadeel.
Pijter Heerkes Aarsen en zijn
vrouw overleden op respectievelijk 78- en 89 jarige leeftijd. De
bakkerij had Pijter Heerkes Aarsen al in 1726 van de hand gedaan.
(e.e.a overgenomen uit het boek “Uit
de geschiedenis van Jorwerd”Samengesteld door Jolt Oostra Rzn blz
110)
Tjerkgaast
De familie vertrok uit Jorwert na1751
(geboorte Heerke Pieters 1751 te Jorwert huwelijk 1785 te Tjerkgaast)
toen zij, waarschijnlijk door loting, een (deel van) een boerderij
erfden in de omgeving van Tjerkgaast. (zie akte van scheiding
05/12/1731) waarschijnlijk “op de Kooi”. ( zie DTB van de NH kerk
te Sloten) Thans (2011) bestaat er nog een overblijfsel van een
eendenkooi vlak bij Tjerkgsaast met daarnaast een boerderij aan “de
Koai”
|
eendekooi te Tjerkgaast |
Echter reeds in 1790 (mogelijk eerder)
woont de familie al in Munnekeburen gezien de geboorte van
Rinske Heerkes aldaar. Munnekeburen is een dorp in Weststellingwerf.
Naar de textielfabriek
Enige generaties lang woonde de familie binnen Weststellingwerf. Veel mensen uit deze omgeving en uit het naburige Steenwijkerwold vertrokken uit hun geboortestreek om de armoede te ontvluchten. De textielindustrie die in het Pruisische grensgebied en in Twente z'n opgang deed, voorspelde een beter toekomst.
Zo vertrok ook de familie van Aarsen richting textiel.
Invloed van de migratie op de gemeente Losser
Tot het einde van de 19
e eeuw bestond de bevolking van
Losser voornamelijk uit landbouwers.
Daarin kwam omstreeks 1890 verandering,
toen er een grote stroom op gang kwam van arbeiders uit de Noordwest hoek van
Overijssel en Friesland, die in de textielfabrieken van Gronau en Enschede en
Oldenzaal gingen werken. De meeste van deze mensen waren protestants. Later
kwamen ook de rooms-katholieken. Ze kwamen vooral uit Willemsoord,
Steenwijkerwold, Frederiksoord, Noordwolde, Weststellingwerf, Vledder en
Diever. Het is bekend dat pastoor Roberink, die vanuit Losser naar
Steenwijkerwold werd overgeplaatst, de verhuizing van de rooms-katholieken
sterk heeft bevorderd.
De meerderheid van de immigranten bestond uit
kolonisten. Telde de gemeente Losser in 1892 nog 5200 inwoners, in 1915 was dat
aantal gestegen tot 12.500, hetgeen betekent dat de bevolking in minder dan 25
jaar meer dan verdubbeld is. Was in 1840 nog bijna 94% van de bevolking
rooms-katholiek en bijna 6% hervormd, in 1899 bedroegen deze cijfers resp. 79%
en 20%. Hierin weerspiegelt zich de invasie van overwegend protestantse
noorderlingen. Het aandeel van de hervormden is in de eerste 25 jaar van de 20
e
eeuw nog toegenomen tot 25%. Er werden o.m. in Gronau en Nordhorn fabrieken
gebouwd, die tot de grootste van Europa gingen behoren en hierin is ook veel
Twents kapitaal geïnvesteerd. In Enschede werden de bestaande textielfabrieken
sterk uitgebreid. De Losserse thuiswerkers zijn bijna allemaal door de Duitse
fabrieken opgeslokt en ook gezinnen uit de Kop van Overijssel en het Friese
veengebied gingen daar werken. De Gronause fabrieken hadden graag Hollandse
arbeiders, doordat die doorgaans een wat hogere levensopvatting heetten te
bezitten, dan de Beieren, waarvan velen er wild op los hebben geleefd en ruw en
onhebbelijk waren.
Een deel van de immigranten heeft zich in Gronau gevestigd.
Een ander deel ging op Hollands gebied wonen, op het Losserse Veld, de onbewoonde
heidestreek over de Dinkel, het latere Overdinkel. De overige gingen wonen in
of nabij het dorp Losser.
De kolonisten namen hun taal en cultuur mee. In de
overwegend katholieke agrarische omgeving brachten ze een hele ommekeer teweeg.
Toch is het opmerkelijk dat de nieuwkomers zeer wel in het dorpsleven zijn
ingepast. De sfeer en het zich met elkaar verbonden voelen zijn voor een
belangrijk deel door de immigranten bepaald. Dat geschiedde vooral in de
verenigingsgebouwen, waarin zich een aanzienlijk deel van het gemeenschapsleven
voltrok. Het oude agrarische stempel was behoorlijk vervaagd
(bron: Oet Dorp en Marke 2007-2)
Andries en Hilligje
|
Hilligje en Andries |
Andries werd in 1881 geboren in Oldetrijne, vallende onder Weststellingwerf hij groeide op in Sonnega en ter Idzard, hij verhuisde op 10 jarige
leeftijd naar Gronau .
In 1895 toen hij 14 jaar was overleed zijn
moeder Leentje Oosterkamp op 40 jarige leeftijd. Zijn schooltijd
heeft hij er ten dele doorgebracht, hij bezocht daar de school welke
gelegen was in de onmiddellijke nabijheid van de toemalige
Schlossplatz. Eerst woonde hij op “Piepenpohl”, ongeveer waar
thans baumarkt Geveler is gevestigd. Daarna verhuisde hij naar
“Heerbuurken”vlakbij het klooster te Glaan (mariavlucht) juist
aan de duitse kant van de grens.
|
Piepenpohl schànke, Gronau |
Opoe van Aarsen-Kok werd geboren in 1879 in Zuidwolde ( de Tippe) en kwam vandaar
naar Enschede, waar ze bij de wasserij Roberts heeft gewerkt samen
met haar zuster Dina Kok. Ze hadden beide verkering in Enschede, toen
Hilligje Kok dit niet meer zag zitten, heeft ze meteen ook maar de
verkering voor haar zuster Dina uitgemaakt. Opoe is ook nog enkele
jaren dienstbode geweest bij de moeder van Tjibbe Knol waar ze Opa
van Aarsen heeft leren kennen.
|
Hillgje en "tante" Dien |
Doordat de vader van opa (Kaste van
Aarsen) voor de tweede keer getrouwd was met een Margje Huisman, was
de familie van Aarsen ook nog verwant met de familie Tjibbe Knol.
Margje Huisman was waarschijnlijk ook de moeder van Tjibbe Knol,ze
had ook een voorkind Tinus Huisman welke later winkelier in
Overdinkel was.
|
Winkel van de familie Knol |
Hij is op 14 Oktober 1902 getrouwd met
opoe van Aarsen-Kok, Zij hebben eerst 10 jaar in Tiekenveen gewoond.
Opa heeft wel eens verteld dat hij de enige was met een
carbidlantaarn aan de fiets. Als er een vrouw in de buurt moest
bevallen, werd hij er bij nacht en ontij op uitgestuurd, om de dokter
in Losser te waarschuwen.
Voor de militaire dienstplicht kwam hij
terecht bij de vestingartillerie in de omgeving van Utrecht, bij de
fortificaties van de Hollandse waterlinie (Lunetten,Rijnauwen).Hij behoorde tot de lichting 1901
( lotnummer20, ingelijfd 12 maart 1901)
|
Vestingartillerie aangetreden te Naarden 1900 |
|
Tenue vestingartillerie in de tijd dat Andries in dienst was |
In November1912 heeft hij het huis
op "de Bult" (genummerd Overdinkel 341(later O 517, het huidige Lakeringsweg 5/5a) gekocht, op
een openbare veiling. Het was een bestaand huis (waarschijnlijk tevens een bierhuis) dat na een brand weer
was opgebouwd.
|
Luchtfoto 1969 Lakerinksweg met het ASVO terrein |
|
Lakerinksweg 5/5a 2010 |
|
Lakerinksweg 5/5a 2010 |
|
Lakerinksweg 5/5a 2010 |
Het gerucht gaat, dat hij aan het huis was blijven
hangen, bij een poging om zet- en strijkgeld te verdienen. Ze hebben
hier tot aan hun dood in 1968 gewoond.
|
van Delden Gronau (D) 1970 |
Opa van Aarsen heeft voor de
eerste wereldoorlog als Drosser in de textielfabriek van van Delden
in Gronau gewerkt. Van 1913 tot ca1919 (1
e
wereldoorlog) was hij commiessoldaat en werd hij gelegerd in Velden in
de omgeving van Venlo. Hierna is hij nog enkele jaren commies geweest
in de Knalhutte. Hij schijnt daar als bijnaam “oude Dries” gehad te hebben.
|
Velden, de grens omstr. 1916. Andries zou dit zeker herkennen |
|
Ned. en Duitse grensbewaking in de eerste wereldoorlog,zo zal Andries er ook bijgelopen hebben |
|
Vanaf 1921 heeft hij tot z’n
pensionering in ca 1952 bij de firma Gelderman in Oldenzaal gewerkt.
Opa heeft hier ook nog een ongeluk gehad. Toen hij n.l na reparatie
van de machine, de drijfriem weer op de draaiende riemschuif wilde
gooien,bleef de riem haken achter een gesp van zijn overall en werd
hij mee naar boven getrokken en viel naar beneden.Hij is toen naar
het ziekenhuis in Oldenzaal gebracht, waar de dienstdoende arts zei
“geef hem maar een borrel”waarop Opa zei “die soep ie zelf maar
op”. Opa was n.l geheelonthouder.
|
fa. Gelderman Oldenzaal |
Opa van Aarsen is van 1931 t/m 1939
gemeenteraadslid voor de SDAP in Losser geweest, als opvolger van
Rense de Vries. Het verhaal wil dat als RK mensen problemen hadden
met de gemeente dan ging men niet naar hun eigen RK raadsleden, doch
naar opa van Aarsen welke één van de weinigen was welke de
burgemeester wel aan durfde te pakken. Opoe was van Hervormde afkomst
en geen socialistenvriend. Als opa s middags gemeenteraadsvergadering
had kreeg hij hiervoor f 2,50 hij moest hiervoor echter bij Gelderman
f 3,00 laten vallen. Hiermee was opoe het in deze tijd, waar elke
cent moest worden omgekeerd, het over het algemeen niet eens.
|
SDAP affiche 1931 |
|
Hilligje en Andries met kinderen rond 1940 |
Van 1947
t/m 1950 was hij lid van de woningcommissie van de gemeente Losser.
Daarnaast was hij lid van de textielvakbond “de Eendracht”en een
aantal jaren afdelingsvoorzitter van de geheelonthoudersvereniging
“de Blauwe NV”. In latere jaren maakte hij zich verdienstelijk
als terreinknecht van de voetbalvereniging ASVO.
|
aansprekers "in tenue" |
In de tijd dat familie en kennissen nog
persoonlijk van een overlijden op de hoogte werden gebracht, toog hij
voorzien van hoge hoed en zwarte jas als aanspreker op zijn fiets er
op uit.
Opa heeft ook in de kerkeraad van de
Hervormde kerk in Overdinkel gezeten, hij is hier uitgestapt na
onenigheid met de dominee, omtrent het armenbeleid van de kerk. De
kinderen zijn allen op latere leeftijd,begin jaren 1920, gedoopt.
|
NH kerk Overdinkel ong 1909 |
Opa schreef ook vaak brieven voor
andere mensen naar officiële instanties.Hier volgt een mooie
anekdote.
"Ene, Jan Knol welke door de politie van
Nederland en Duitsland gezocht werd, nam het schip naar Amerika.
Omdat hij bang was om in de haven alsnog opgepakt te worden, ging
hij op de papieren van Harm Kok, een broer van opoe. Op een gegeven
moment kwam de vader van Jan Knol te overlijden en liet de kinderen
een behoorlijke som geld na. Daar van Jan Knol nooit meer iets was
vernomen uit Amerika, kwam de zoon van Jan Knol bij opa en vroeg hem
een brief te schrijven en naar de ambassade in Amerika te
zenden,omdat hij vermoede dat zijn vader was overleden. Opa vroeg in
de brief inlichtingen omtrent Harm Kok welke echter in wekelijkheid
Jan Knol heette. "Moet ik ook nog vragen of hij je nog iets heeft
nagelaten?" " Doe dat maar niet, zei de zoon, ik denk dat hij mij alleen
maar schulden heeft nagelaten."
Na enige tijd kreeg opa bericht dat er
in een ziekenhuis in Amerika een Harm Kok was overleden welke op zijn
sterfbed, aan een medepatiënt had verteld, dat hij eigenlijk Jan
Knol heette. (het overlijden heeft zich mogelijk voorgedaan in
Hoboken, een deel van new York) Dit was door de directeur van het
ziekenhuis genoteerd. Hierdoor was dus het overlijden van Jan Knol
officieel vastgesteld en kon de zoon zijn vaders deel van de erfenis
krijgen."
|
Lakerinksweg topografische kaart Overdinkel 1907 |
|
|
|
|
Lakerinksweg Kadasterkaart Overdinkel 1922 |
|
Hillligje en Andries in latere jaren |
Alle kinderen zijn in Overdinkel naar
de Zoekerschool geweest, alleen Dinie van Aarsen is na sluiting van
de Zoekerschool, nog 1 a 2 jaar naar de Christelijke school in
Overdinkel geweest.
|
Zoekerschool 2009 |
|
ma en ik bij de opening van de gerenoveerde zoekeschool 16 sept 2012 |
De dochters van Andries en Hilligje waren samen met Marinus en
Kast ook allen lid van de geheelonthoudersjeudvereniging de JVO te
Overdinkel.
|
volkspetionnement voor de drankbestrijding 1913 |
|
affiche SDAP |
|
affiche Arbeiders Jeugdcentrale AJC |