Pijter Heerkes *29-05-1712- +?-? 1773


Pijter Heerkes Aarsen                              26-03-1742         Rinske Clases
* 29-05-1712                                                                Warga                (Klaeses)
te Jorwerd
+ 1773
te Tjerkgaast


Rompke
* 27-08-1743 (D 01-09)
te
+
te


Lijkeltje
* 11-07-1745 (D 18-7)
te
+24-07-1745
te Jorwerd


Lijkeltje
* 19-04-1747 (D 304-4)
te
+
te


Sijdske
* 10-12-1748 (D 10-12)
te
+
te


Heerke
* 17-10-1751 (D31-10)
te
+
te


Klaaske
10-02-1755 (D16-2)
te
+
te

in 1750 kerkvoogd samen met Lycklema Nijenholt zie wapen
ouderling 1746, 1753
Boer op boerderij nr. 20

  • op lijst van kerkvoogden van Jorwerd wordt Pieter Heerkes Aarsen genoemdals kerkvoogd in 1746/1767,boer te Arsum en op lijst van diakenen diakenin 1746/
    1753. Pieter Heerkes was boer op de boerderij no. 20 van zijngrootvader Pijter Heerkes van 1742-1765. Pijter Heerkes zijn naam staatook op een aanstellingsakte van schoolmeester Eltje Kist op 30-03-1753te Jorwerd.

In de tijd dat onze voorouder kerkvoogd was, is de kleine luidklok gebarsten. Onze voorvader heeft in opdracht van het kerkbestuur getracht om de klok van Ypercolsga te kopen, waar de kerk werd afgebroken Dat schijnt niet gebeurd te zijn, de klok hangt nu nog in de klokkenstoel op de begraafplaats aldaar.
Vervolgens toog hij met zijn collega en de predikant te voet en met de trekschuit naar de kanons- en klokkengieterij Borghart te Groningen en heeft daar de opdracht tot het gieten van een nieuwe klok gegeven Hierbij werd het familiewapen en de naam van de beide kerkvoogden in de klok gegoten. ( Op eigen kosten, zoals dat een zuinige gemeente betaamt )
In de "onderwijzersboekjes" die door de hoofdonderwijzers over heel Friesland werden gemaakt aan het eind van de 19e eeuw, schrijft de toenmalige hoofdonderwijzer te Jorwerd het volgende;



Jorwerd. Yolgens den onderwijzer H. A. Jonghoffisde
De kleine luidklok is gebarsten bij het luiden i.v.m. De geboorte van Willem V. daarna is geprobeerd om een klok te kopen maar dat schijnt niet gelukt te zijn zodat aan de klokkengieter Borchart te Groningen de opdracht werd verstrekt om de oude klok om te smelten, daaruit ontstond de thans bestaande klok. De naam en het wapen werd door de betreffende kerkvoogd zelf betaald.


kleine klok aldaar vergoten en bevat: 

1748. 
2^0p Grasmaands eersten dag 
Yerloor ik mijn geluid 
Doen men bedrijven zag 
Yreugde op Oranjes spruit 1) 
Schoon vergoten ziet men mij 
Uit Borchhards klokkengieterg. 
Martinus Lauerman predikant." 2) 
Kortehemmen, »Soli Deo gloria. Fudit J. Borohardt 
Groningae A*'. 1750. 3) 

Den Wel Edel Gestrengen Heer, den Heer Livins van 
Haersma , Grietman van Smallingerland , alsmede een van 
1) Willem V, geb. 8 Maart 1748. 

2) De klok bevat , behalve het bovenstaande , nog de woorden : 
„Groningae 1749 - Soli Deo Gloria - Fudit J. Borchhardt*' D. i. : 
Gode alleen de eer. J. Borchhardt goot (my) te Groningen in 1/49. 
Voorts fltaan er de namen Pieter Heerkes Aarsen , Augastiniis Lidama 
â Nieholt met zijn wapen op, als korkvoogden van Jorwert. BoT«n 
den naam van Ds. M. Lauerman staat ook een wapen. — Yolgeiit 
den Heer P. Kruze. 
3} Gode alleen dc eer. J. Borch. heeft (my) te Groningvn gegoten 
in het jaar 1750. 
bron:http://www.archive.org/stream/devrijefries00akadgoog/devrijefries00akadgoog_djvu.txt
Onderwijzersboekje Jorwert
We onderscheiden op het wapen de volgende zaken:
           De "Friese" Adelaar
Het recht op het rechtersambt:
   de rechters vormden in de middeleeuwen de overheid! Het
   grietmansambt werd aanvankelijk jaarlijks bij toerbeurt
   vervuld door de rechthebbenden, dus de eigenerfden.
   Tegenover het recht op het rechtersambt stond de
   dingplicht. Dat betekent dat zij, wanneer zij aan de beurt
   waren om het grietmansambt te vervullen, zij ook verplicht
   waren dit te doen. Als symbool van dit recht en deze plicht
   plaatsten veel eigenerfde boeren de Friese halve adelaar in
   hun wapen. Dit wapendier is in feite de helft van de
   keizerlijke dubbelkoppige adelaar. Ons land maakte tot 1648
   (de Vrede van Münster; einde van de 80-jarige oorlog) deel
   uit van het Duitse keizerrijk. Er werd dus recht gesproken in
   naam van de keizer. En als teken daarvan plaatste men de
   helft van ’s keizers adelaar in hun eigen wapen. In Friesland
   is dit wapendier zo populair geworden, dat men in de
   wapenkunde spreekt van de Friese halve adelaar”.


Het stemrecht:
   als eigenerfde had men het recht om bepaalde personen in
   zekere ambten te kiezen. Het recht om de grietman te
   kiezen is hierboven al aangehaald. Voorts had men het recht
   om de pastoor, later de predikant en de schoolmeester en
  
  de dorpsrechter te kiezen. De plicht die hier tegenover stond
   was de zgn. schotplicht. Dat betekent dat men belasting
   diende te betalen aan de koning.
Het almenderecht:
   De almende is het gebied dat om de nederzetting of het dorp
   heen lag en algemeen bezit was van de eigenerfde boeren
   en edelingen (adel). Dit waren de heidevelden,
   weidegronden, bossen en veengronden en de wateren. Deze
   waren niet verdeeld onder de boeren. Het is juist dit
   almenderecht, dat in de wapens tot uitdrukking werd
   gebracht. Het recht op het gebruik van de gezamenlijke
   bossen werd tot uitdrukking gebracht door de eikel. De eikel
   vertegenwoordigde de belangrijkste boom op de
   zandgronden. De eik leverde goed timmerhout; de schors
   voorzag in looistof om de huiden te looien; de eikel was een
   prima varkensvoer. De eigenerfde boeren stuurden hun
   varkens onder leiding van een herder de eikenbossen in om
   hun kostje in de herfst op te scharrelen. De eikel wijst dus
   op de almende.
Klaverbladen,In Friesland als teken van grondbezit op de klei, dikwijls drie in getal. Het wapen met de halve adelaar rechts en drie klavers links wordt niet ten onrechte het algemene Friese boerenwapen genoemd, want het is door talloze families gevoerd.
Onze voorouder verhuist van Jorwert naar Tjerkgaast, (waarschijnlijk ten gevolge van een erfenis)

Sloten
Tjerkgaast

Geen opmerkingen:

Een reactie posten